Onze lever is een groot orgaan en maakt deel uit van ons verteringsstelsel.
We kennen allemaal wel de uitdrukking ‘Wat ligt er op jouw lever?’. Deze vraag betekent zoveel als ‘wat ligt je dwars?’, ‘wat wil je nog uiten, wat moet nog gezegd worden?’
Met andere woorden: wat heb je niet verteerd?
X is herstellende van een zware burn-out en heeft de laatste maanden grote stappen gezet in haar herstel. Tal van inzichten werden in voorbije craniosessies opgedaan en zij krijgt stilaan terug zicht op de toekomst.
In vorige sessies kwam reeds een heel duistere schaduw op haar pad, die haar erg angstig maakte, in verweer deed gaan. Het riep bij haar een mengeling van angst en woede op. Angst voor pijn, om alleen gelaten te worden, willen roepen maar niet kunnen, niet gehoord worden, mogelijk gelinkt aan haar allereerste weken na de geboorte toen ze door ziekte lang gehospitaliseerd en van haar moeder gescheiden was.
Ook in deze sessie kwam deze dreiging weer tevoorschijn, en X zei dat ook de pijn in haar rechter zij verergerde. – Haar arts dacht dat die pijn met de darmen gelinkt was en raadde haar aan naar de osteopaat te gaan.
Ik vroeg haar met haar aandacht naar de pijnlijke plek te gaan.
‘Ik voel zoveel woede en agressie in die pijnplek’, zei X.
‘Voel eens goed, ben je zeker dat de pijn van je darmen komt? Of is het misschien je lever?’
‘Ja’, zei X, ‘het is inderdaad de lever! En kwaad dat die is!’
Ik maakte contact met de lever en zei: ‘Kijk eens rond, hoe is het daar? Zeg aan Lever dat hij jouw volle aandacht heeft, en dat hij de boosheid mag lossen via mijn handen.’
‘Mijn lever dankt u.’ (Dat is het mooiste wat een orgaan ooit tegen mij heeft gezegd )
Ik voelde dat het hele gebied soepeler werd, ontspande, in beweging kwam.
‘Er zit daar iets…’ zei X. ‘Ik zie een heel donker vlek… het is een beveiligd en afgesloten kasteel’
Ik nodigde haar uit om het kasteel in een fel licht te zetten.
‘De poorten gaan open! Ik kan binnenkijken… amai, daar moet dringend gepoetst worden’, zei X.
‘Stuur de kuisploeg maar binnen’ antwoordde ik.
‘Ze zijn al bezig’.
‘Mooi, goed gewerkt’ feliciteerde ik haar.
Na de sessie zei X: ‘Ik voel me zo vredig,… licht en rustig’. Ook linkte zij haar licht ontvlambaar zijn en dan verbaal scherp uithalen aan de boosheid die nu gelost werd; boosheid die naar haar gevoel vooral voortkwam uit frustratie. Deze frustratie werd gelinkt aan de machteloosheid die ze als baby tijdens haar eerste levensmaanden heeft ervaren en die zij nooit op een goede manier heeft kunnen uiten. Mogelijk heeft dit al die jaren ‘op haar lever gelegen’ en hopelijk hebben we in deze sessie deze ‘onverteerde emoties’ kunnen verteren.
Mooi, hoe X in deze sessie weer een puzzelstukje aan het geheel heeft kunnen toevoegen en meer in-zich-t heeft gekregen.
Hartegroet,
Daniëlle
Daniëlle Janssens
Deze website werkt best via de Chrome browser
Copyright Daniëlle Janssens© Alle rechten voorbehouden